Legitieme portie / kindsdeel / erfdeel

Zelfs als u bent onterfd kunt u aanspraak maken op uw legitieme portie of erfdeel. Daarnaast kan het zinvol zijn om in het geval u niet onterfd bent tóch een aanvullend beroep te doen op uw legitieme portie, omdat de erflater bijvoorbeeld veel heeft weggeschonken. Ook kan het zijn dat u als erfgenaam zelf te maken hebt met een legitimaris, die zijn of haar legitieme portie opeist. Wij helpen u bij vragen als:

  • Waar heeft u minimaal recht op?
  • Wat als een onterfde erfgenaam aanspraak maakt op de legitieme?
  • Hoe moet de legitieme portie worden berekend?
  • Bij wie kunt u de legitieme portie komen halen?
  • Is het in uw geval zinvol om een aanvullend beroep te doen op uw legitieme portie?

Als dat nodig is gaan we voor u naar de rechter, om uw vordering vastgesteld te krijgen, of om de door de legitimaris ingediende vordering te betwisten.

Berekening legitieme

Het staat iedereen vrij om in een testament een erfgenaam te onterven. Dit kan expliciet gebeuren, maar ook impliciet (bijvoorbeeld door één kind van de twee als erfgenaam aan te wijzen).

Als u informatie zoekt over de “legitieme portie”, dan wordt vaak verteld dat de vordering van de legitimaris de helft is van wat diegene normaal gesproken zou krijgen. Dit is echter niet juist.

De legitieme portie wordt berekend aan de hand van de zogeheten legitimaire massa. De legitimaire massa wordt vastgesteld zoals staat omschreven in artikel 4:65 BW. Men moet beginnen met het waarderen van de goederen die deel uitmaken van de nalatenschap, en wel naar het tijdstip van overlijden (naar de waarde in het economische verkeer op dat moment). Vervolgens moet daar een aantal van de door erflater tijdens zijn leven gedane giften bij worden opgeteld (te weten bepaalde giften aan zijn kinderen tijdens het leven van de erflater, en giften aan derden in de laatste 5 jaren voor het overlijden van de erflater). Daarna moeten worden afgetrokken de schulden als bedoeld in artikel 4:7 lid 1 sub a t/m c en f BW. De legitieme portie van een kind van de erflater bedraagt de helft van de waarde waarover de legitieme porties worden berekend (de legitimaire massa), gedeeld door het aantal in artikel 4:10 lid 1 onder a BW genoemde door de erflater achtergelaten personen (echtgenoot en kinderen). Overigens gaat het alleen om een geldvordering, en zal er dus nooit aanspraak kunnen worden gemaakt op goederen uit de nalatenschap.

De waarde van de giften gedaan aan de legitimaris (het kind dat een beroep doet op de legitieme portie) komen in mindering op de legitieme portie.

Er zal dus bij de vaststelling van de omvang van de vordering van de legitimaris in ieder geval stil moeten worden gestaan bij de vraag of in het verleden door de erflater giften aan de legitimaris, andere afstammelingen, andere familieleden en derden zijn gedaan.

Wie aanspraak wil maken op zijn legitieme portie moet dat doen binnen vijf jaar na het overlijden van de erflater.

Wanneer de legitimaris zijn vordering niet opeist, bijvoorbeeld omdat hij niet weet dat zijn vader of moeder is overleden, vervalt deze na vijf jaar. Bovendien is de vordering niet opeisbaar voordat zes maanden zijn verstreken sinds het overlijden van de erflater. Als een ouder een kind wil onterven, kan hij ten behoeve van de achterblijvende partner de voorwaarde van niet-opeisbaarheid verbinden aan een beroep op de legitieme portie. In dat geval is de legitieme pas opeisbaar als de partner is overleden.
Als de erfgenamen geen zin hebben om 5 jaar te wachten kunnen zij aan het onterfde kind vragen om binnen een bepaalde termijn aan te geven wat zijn keuze is.

Los van al het bovenstaande speelt uiteraard informatieverkrijging door de legitimaris een grote rol. Zonder informatie kan de vordering immers niet goed worden vastgesteld (denk aan schenkingen!). De legitimaris heeft een (verstrekkend) recht op informatie waarmee hij zijn legitimaire aanspraak kan berekenen (artikel 4:78 BW).

In al bovenstaande gevallen staan wij voor u klaar. Bel ons voor advies.